Wetgeving Draagbaar klimmaterieel

Hoe gek het ook klinkt de normreeks EN 131 is voor Nederland niet relevant, ook al zijn we wel onderdeel van Europa. Voor professioneel draagbaar klimmaterieel kan de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (I-SZW) in het kader van de Arbo regelgeving aanvullende eisen stellen. Zo vallen bijvoorbeeld opstapjes ook onder het Warenwetbesluit. Voor de Europese markt is er geen specifieke richtlijn voor draagbaar klimmaterieel maar geldt de richtlijn algemene productveiligheid (EU: GPSD General product safety directive).

De EN 131 serie is niet geharmoniseerd onder de GPSD. Verschillende lidstaten van de EU, waaronder ook Nederland, hebben nationale wetgeving. Deze verschillen onderling. De EN 131 serie kan onderdeel zijn van de in andere EU lidstaten geldende wetgeving (geïmplementeerd of aangewezen).

Voor producenten die buiten Nederland produceren geldt de verordening wederzijdse erkenning: Indien een product in een EU lidstaat rechtmatig in de handel is gebracht (dit betekent aan de aldaar geldende wetgeving voldoet) dan mag het product in een andere EU lidstaat niet geweigerd worden zolang het product geen veiligheidsrisico met zich meebrengt. Op onze vraag aan de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit of de EN 131 het besluit draagbaar klimmaterieel gaat vervangen kregen wij het volgende antwoord;

“Op dit moment is het absoluut niet aan de orde dat de EN 131 serie het Warenwetbesluit en de Regelingen gaat vervangen. Onze ervaring is dat ook als het draagbaar klimmaterieel voldoet aan de genoemde EN 131 serie en het vanuit andere EU-lidstaten naar NL wordt geëxporteerd, het veelal niet voldoet aan de strengere veiligheidseisen van het Warenwetbesluit en de Regelingen en dus een veiligheidsrisico heeft voor de Nederlandse markt”

Kort samengevat in Nederland gaan we uit de Warenwetregeling Draagbaar Klimmaterieel + aanvullende regelingen voor diverse toepassingen. Deze regelingen staan samen min of meer gelijk aan de NEN 2484.